2 Kronieken 22:6

SVEn hij keerde weder om zich te laten genezen te Jizreel; want [hij had] wonden, die men hem bij Rama geslagen had, als hij streed tegen Hazael, den koning van Syrie; en Azarja, de zoon van Joram, den koning van Juda, kwam af, om Joram, den zoon van Achab, te Jizreel te bezien, want hij was krank.
WLCוַיָּ֜שָׁב לְהִתְרַפֵּ֣א בְיִזְרְעֶ֗אל כִּ֤י הַמַּכִּים֙ אֲשֶׁ֣ר הִכֻּ֣הוּ בָֽרָמָ֔ה בְּהִלָּ֣חֲמֹ֔ו אֶת־חֲזָהאֵ֖ל מֶ֣לֶךְ אֲרָ֑ם וַעֲזַרְיָ֨הוּ בֶן־יְהֹורָ֜ם מֶ֣לֶךְ יְהוּדָ֗ה יָרַ֡ד לִרְאֹ֞ות אֶת־יְהֹורָ֧ם בֶּן־אַחְאָ֛ב בְּיִזְרְעֶ֖אל כִּי־חֹלֶ֥ה הֽוּא׃
Trans.wayyāšāḇ ləhiṯərapē’ ḇəyizərə‘e’l kî hammakîm ’ăšer hikuhû ḇārāmâ bəhillāḥămwō ’eṯ-ḥăzâ’ēl meleḵə ’ărām wa‘ăzarəyâû ḇen-yəhwōrām meleḵə yəhûḏâ yāraḏ lirə’wōṯ ’eṯ-yəhwōrām ben-’aḥə’āḇ bəyizərə‘e’l kî-ḥōleh hû’:

Algemeen

Zie ook: Achab, Hazael, Jizreel, Joram (koning v. Israel), Joram (koning v. Juda), Juda (koninkrijk), koningen van Juda, Rama, Ziekte

Aantekeningen

En hij keerde weder om zich te laten genezen te Jizreel; want [hij had] wonden, die men hem bij Rama geslagen had, als hij streed tegen Hazael, den koning van Syrie; en Azarja, de zoon van Joram, den koning van Juda, kwam af, om Joram, den zoon van Achab, te Jizreel te bezien, want hij was krank.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יָּ֜שָׁב

En hij keerde weder

לְ

-

הִתְרַפֵּ֣א

om zich te laten genezen

בְ

-

יִזְרְעֶ֗אל

te Jizreël

כִּ֤י

want

הַ

-

מַּכִּים֙

wonden

אֲשֶׁ֣ר

die

הִכֻּ֣הוּ

geslagen had

בָֽ

-

רָמָ֔ה

men hem bij Rama

בְּ

-

הִלָּ֣חֲמ֔וֹ

als hij streed

אֶת־

-

חֲזָהאֵ֖ל

tegen Házaël

מֶ֣לֶךְ

den koning

אֲרָ֑ם

van Syrië

וַ

-

עֲזַרְיָ֨הוּ

en Azárja

בֶן־

de zoon

יְהוֹרָ֜ם

van Joram

מֶ֣לֶךְ

den koning

יְהוּדָ֗ה

van Juda

יָרַ֡ד

kwam af

לִ

-

רְא֞וֹת

te bezien

אֶת־

-

יְהוֹרָ֧ם

om Joram

בֶּן־

den zoon

אַחְאָ֛ב

van Achab

בְּ

-

יִזְרְעֶ֖אל

te Jizreël

כִּי־

want

חֹלֶ֥ה

was krank

הֽוּא

hij


En hij keerde weder om zich te laten genezen te Jizreel; want [hij had] wonden, die men hem bij Rama geslagen had, als hij streed tegen Hazael, den koning van Syrie; en Azarja, de zoon van Joram, den koning van Juda, kwam af, om Joram, den zoon van Achab, te Jizreel te bezien, want hij was krank.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!